Zware fond, een eerlijke hobby
Na het winnen van de Gouden Vleugel gaan we op bezoek bij winnaar Marc Cooman. We ontdekken daar de essentie van wat de duivensport kan zijn. Barcelona wordt in deze moderne tijden gewonnen door een passionele hobbyist.
Op het hok van de oude zijn er 8 bakken en dit seizoen zijn er daarvan 6 bezet. Het hokje voor de jaarlingen is leeg en er vliegen 27 jongen.
Marc meldt iedere aanvlieger aan en een duif doden is iets dat niet aan hem besteed is. Zo zijn er ook de anekdotes van zijn moeder over duifjes die verzorgd werden en daarna terug naar huis vertrokken.
DE LIEFHEBBER
Marc komt uit een familie van duivenliefhebbers. Als we zijn stamboom bekijken zien we dat zowel zijn vader als zijn grootvaders melkers waren. De traditie van de duivensport leeft in de familie, aanvankelijk vooral vitesse. De duiven zitten trouwens nog altijd op het ouderlijk adres.
De stap naar de zware fond komt er pas later. Eerst is er wat schroom. Want wie kan het als kleine liefhebber opnemen tegen de gekende namen met veel duiven? Omdat de duiven steeds fris thuiskomen en tijd verliezen bij het binnenkomen worden ze ingekorfd op verdere afstanden.
Het bevalt Marc omdat ze altijd zo goed verzorgd worden en zelden verloren gaan.
FOND SPELEN
Zware fond spelen is voor Marc eenvoudig. Normaal wordt er geen planning gemaakt. Na de voorbereidende vluchten merkt hij welke duiven vragen om ingekorfd te worden. De andere blijven zitten tot een volgende vlucht. Zo doe je een duif nooit pijn en stelt die je zelden teleur.
MENTOR
Tijdens het gesprek valt heel vaak de naam van mentor Dany Vagenende. Die leert hem de knepen van het vak en ook hoe een goede fondduif er moet uitzien. In de overgang van snelheid naar halve fond spelen worden vaak fouten gemaakt die een ervaren fondspeler niet meer maakt. Vaak overleggen ze hoe een bepaald probleem op het duivenhok moet worden aangepakt.
VAN JONG NAAR OUD
Jonge duiven worden in hun geboortejaar zelden opgeleerd. Ze zien meestal geen grote mand en als ze toch eens weggevoerd worden is dat in september of oktober. Een jonge duif mag niet uitgeperst worden. Ze moet zich langzaam ontwikkelen. Als hij ze meegeeft is dat vaak direct naar Quievrain en dan heeft hij zelden verliezen.
Als jaarling moet het dus beginnen maar ook daar is er alle tijd. Ze zitten op een afzonderlijk hok en vliegen dat jaar tot 500 of 600 km. Fris thuiskomen is vereist. Ze moeten natuurlijk ook willen doorzetten en niet naar huis wandelen in een paar dagen.
Als tweejaarse gaan ze mee tot Brive, Libourne, vluchten tussen 700 en 800 km. Hij heeft graag dat ze prijs vliegen en zal ze enkel beoordelen op een vlucht waar ze kunnen tonen dat ze later het zware werk zullen aankunnen.
GOUDEN VLEUGEL
Dit jaar heeft Marc zich eens toegelegd op Barcelona. 3 van z’n 6 oude zouden de vlucht vliegen.
Als voorbereiding vlogen ze: 1 x Quiévrain, 2 x Noyon, 2 x Toury, Châteauroux en dan Brive.
Het valt op dat ze dit jaar ongelooflijk goed trainen. Ze hangen bij het uitvliegen boven een hoge boom. De toekomstige winnaar gaat er zelfs in zitten, iets wat hij ervoor nooit gedaan heeft.
De zaterdag en zondag van de inkorving mogen ze bij hun duivin. Zo worden ze gemotiveerd en toch rustig ingekorfd voor de belangrijkste vlucht van het jaar.
‘Den Barca’ (4084987/12), is een prachtig roodgeschelpte duiver. Het is reeds zijn derde trip naar de Spaanse kust. In 2015 met als resultaat 529ste op 7693 duiven en in 2016 wordt hij 567de op 7791 duiven.
Ook zijn afstamming illustreert wie Marc is. De vader is een jonge duif die aangevlogen kwam uit Nederland. Hij kreeg het kaartje en later werd de duiver aan de kweek gezet. De moeder zag hij niet graag toen hij iets aanschafte bij Frans Van de Heuvel. Frans gaf ze hem kado omdat Marc ze niet koos met als tip er zeker uit te kweken.
Barcelona is dit jaar een speciaal verhaal. We halen opnieuw de media omdat de eerste aankomsten niet vlot verlopen. Marc vindt het jammer want dat is natuurlijk een momentopname. Bij Marc zijn de 3 ingezette duiven teruggekeerd van de vlucht. Eentje toont zich nu al vrolijk maar hij zal moeten wachten tot volgend jaar.
Peter Symaeys
Op het hok van de oude zijn er 8 bakken en dit seizoen zijn er daarvan 6 bezet. Het hokje voor de jaarlingen is leeg en er vliegen 27 jongen.
Marc meldt iedere aanvlieger aan en een duif doden is iets dat niet aan hem besteed is. Zo zijn er ook de anekdotes van zijn moeder over duifjes die verzorgd werden en daarna terug naar huis vertrokken.
DE LIEFHEBBER
Marc komt uit een familie van duivenliefhebbers. Als we zijn stamboom bekijken zien we dat zowel zijn vader als zijn grootvaders melkers waren. De traditie van de duivensport leeft in de familie, aanvankelijk vooral vitesse. De duiven zitten trouwens nog altijd op het ouderlijk adres.
De stap naar de zware fond komt er pas later. Eerst is er wat schroom. Want wie kan het als kleine liefhebber opnemen tegen de gekende namen met veel duiven? Omdat de duiven steeds fris thuiskomen en tijd verliezen bij het binnenkomen worden ze ingekorfd op verdere afstanden.
Het bevalt Marc omdat ze altijd zo goed verzorgd worden en zelden verloren gaan.
FOND SPELEN
Zware fond spelen is voor Marc eenvoudig. Normaal wordt er geen planning gemaakt. Na de voorbereidende vluchten merkt hij welke duiven vragen om ingekorfd te worden. De andere blijven zitten tot een volgende vlucht. Zo doe je een duif nooit pijn en stelt die je zelden teleur.
MENTOR
Tijdens het gesprek valt heel vaak de naam van mentor Dany Vagenende. Die leert hem de knepen van het vak en ook hoe een goede fondduif er moet uitzien. In de overgang van snelheid naar halve fond spelen worden vaak fouten gemaakt die een ervaren fondspeler niet meer maakt. Vaak overleggen ze hoe een bepaald probleem op het duivenhok moet worden aangepakt.
VAN JONG NAAR OUD
Jonge duiven worden in hun geboortejaar zelden opgeleerd. Ze zien meestal geen grote mand en als ze toch eens weggevoerd worden is dat in september of oktober. Een jonge duif mag niet uitgeperst worden. Ze moet zich langzaam ontwikkelen. Als hij ze meegeeft is dat vaak direct naar Quievrain en dan heeft hij zelden verliezen.
Als jaarling moet het dus beginnen maar ook daar is er alle tijd. Ze zitten op een afzonderlijk hok en vliegen dat jaar tot 500 of 600 km. Fris thuiskomen is vereist. Ze moeten natuurlijk ook willen doorzetten en niet naar huis wandelen in een paar dagen.
Als tweejaarse gaan ze mee tot Brive, Libourne, vluchten tussen 700 en 800 km. Hij heeft graag dat ze prijs vliegen en zal ze enkel beoordelen op een vlucht waar ze kunnen tonen dat ze later het zware werk zullen aankunnen.
GOUDEN VLEUGEL
Dit jaar heeft Marc zich eens toegelegd op Barcelona. 3 van z’n 6 oude zouden de vlucht vliegen.
Als voorbereiding vlogen ze: 1 x Quiévrain, 2 x Noyon, 2 x Toury, Châteauroux en dan Brive.
Het valt op dat ze dit jaar ongelooflijk goed trainen. Ze hangen bij het uitvliegen boven een hoge boom. De toekomstige winnaar gaat er zelfs in zitten, iets wat hij ervoor nooit gedaan heeft.
De zaterdag en zondag van de inkorving mogen ze bij hun duivin. Zo worden ze gemotiveerd en toch rustig ingekorfd voor de belangrijkste vlucht van het jaar.
‘Den Barca’ (4084987/12), is een prachtig roodgeschelpte duiver. Het is reeds zijn derde trip naar de Spaanse kust. In 2015 met als resultaat 529ste op 7693 duiven en in 2016 wordt hij 567de op 7791 duiven.
Ook zijn afstamming illustreert wie Marc is. De vader is een jonge duif die aangevlogen kwam uit Nederland. Hij kreeg het kaartje en later werd de duiver aan de kweek gezet. De moeder zag hij niet graag toen hij iets aanschafte bij Frans Van de Heuvel. Frans gaf ze hem kado omdat Marc ze niet koos met als tip er zeker uit te kweken.
Barcelona is dit jaar een speciaal verhaal. We halen opnieuw de media omdat de eerste aankomsten niet vlot verlopen. Marc vindt het jammer want dat is natuurlijk een momentopname. Bij Marc zijn de 3 ingezette duiven teruggekeerd van de vlucht. Eentje toont zich nu al vrolijk maar hij zal moeten wachten tot volgend jaar.
Peter Symaeys