Onterecht onbekend
Schaamrood op de wangen, dat kregen we toen we de uitslagen van Leon Natens bekeken en merkten dat we de man eigenlijk niet zo goed kenden. Het is het lot van veel goede liefhebbers met een beperkt aantal duiven. Ze verdwijnen onterecht in de massa. Voor spelers zoals Leon is de Gouden Vleugel in het leven geroepen.
Leon is niet de drukste van de klas, eerder een rustig persoon die niet het hoge woord zal voeren. Hij laat zijn duiven voor hem spreken. We bezochten de kersverse winnaar van de Gouden Vleugel en kwamen met zijn levensverhaal terug.
LOOPBAAN
Leon volgde de leerschool van de duivensport op de meest logische manier. Hij startte als jonge knaap van 16 op de vitesse. In de jaren 90 begonnen de resultaten te verbeteren bij het spelen op de halve fond. Er werd later al eens een duif meegegeven op Limoges. Stilaan rijpte het idee om enkel nog fond en zware fond te spelen.
In 1996 verhuisde hij naar zijn huidige woonplaats te Meensel-Kiezegem. De kaart van de fond was definitief getrokken. Met enkele duiven van Albert Bils en Rob Nijs kwamen de echte topprestaties. Zo won hij in 1999 al eens 16de nationaal Barcelona. De weg naar boven lag helemaal open.
DE DUIVEN
Fond spelen vergt duiven van fondspelers. Die gaat Leon graag in eigen streek zoeken. 2 duivinnen van Nijs brachten hem meteen succes. Leon besloot 3 jaar na elkaar eitjes te halen uit de weduwnaars. Die werden ingeschakeld in de vliegploeg terwijl enkele duivinnen werden voorbehouden voor de kweek. 1 van die eitjes blijkt nu de winnaar van de Gouden Vleugel. Recent kwam er via bons inbreng van Nouwen-Paesen,Harinck-Poelmans en Weytjens Theo
VAN JONG NAAR OUD
De werkwijze om duiven op te leren doet Leon als volgt. Hij koopt zo’n 80 ringen aan voor jonge duiven. Ze moeten allemaal minstens 200 km aan de bak en de iets oudere krijgen snel 300 km voor de kiezen. Daarna gaan ze door de hand en zo werden dit jaar 18 jaarlingen geselecteerd. Voor hen staan enkele halve fond en fondvluchten op het programma. Brive, Limoges en Tulle zijn enkele favoriete vluchten. Steeds fris thuiskomen is de opdracht. Qua selectie is fond spelen dit jaar gemakkelijk. De mand heeft die immers gemaakt. In tegenstelling tot vroeger gaan tweejaarse niet meer naar de internationale vluchten. Zij moeten iets meer geduld hebben. Valence, Montauban, Montélimar en Bergerac staan wel op het programma.
AAN DE ARBEID
Leon is een uitzondering aan het worden in de duivensport. Hij gaat werken. Om 6u30 trekt Leon de deur achter zich dicht. Om 16u30 is hij terug thuis. Dan staat alles in het teken van de duiven. Jongen en weduwnaars moeten nog vliegen, alles moet eten krijgen. De weduwnaars zitten op 2 hokken waar 32 bakken staan. Eten krijgen ze apart, drinken doen ze samen in 1 pot. De duiven die thuisblijven krijgen een ‘onderhoudsmengeling’, duiven die zullen ingekorfd worden krijgen wat extra. Zo houdt hij ze aan het eten. Leon wil graag nog een extra hok dat wat minder vochtig is en waardoor hij apart kan inkorven. Steeds op zoek naar manieren om te verbeteren, al zal dat met een Vleugel op de schouw moeilijk worden.
GOUDEN VLEUGEL
Zoals eerder vermeld is de winnaar van de Gouden Vleugel een eitje uit weduwnaars van Rob Nijs. Hij werd geboren in 2013 en op de traditionele manier opgeleerd. Als jaarling ging hij tot Jarnac. Als tweejaarse is hij zowel op Vierzon, Valence, Montélimar als Bergerac terug te vinden op de uitslag. Dit jaar zou hij stunten. Hij vloog Chalons als voorbereiding om vervolgens op Valence zijn prijs te missen. Dat maakt hij ruimschoots goed met de topprestatie op Barcelona. Nu zal hij zorgen voor het nageslacht. Is het niet bij Leon dan wel bij andere liefhebbers. Wie wil nu geen zo’n duif in zijn kweekhok hebben?
Peter Symaeys
Schaamrood op de wangen, dat kregen we toen we de uitslagen van Leon Natens bekeken en merkten dat we de man eigenlijk niet zo goed kenden. Het is het lot van veel goede liefhebbers met een beperkt aantal duiven. Ze verdwijnen onterecht in de massa. Voor spelers zoals Leon is de Gouden Vleugel in het leven geroepen.
Leon is niet de drukste van de klas, eerder een rustig persoon die niet het hoge woord zal voeren. Hij laat zijn duiven voor hem spreken. We bezochten de kersverse winnaar van de Gouden Vleugel en kwamen met zijn levensverhaal terug.
LOOPBAAN
Leon volgde de leerschool van de duivensport op de meest logische manier. Hij startte als jonge knaap van 16 op de vitesse. In de jaren 90 begonnen de resultaten te verbeteren bij het spelen op de halve fond. Er werd later al eens een duif meegegeven op Limoges. Stilaan rijpte het idee om enkel nog fond en zware fond te spelen.
In 1996 verhuisde hij naar zijn huidige woonplaats te Meensel-Kiezegem. De kaart van de fond was definitief getrokken. Met enkele duiven van Albert Bils en Rob Nijs kwamen de echte topprestaties. Zo won hij in 1999 al eens 16de nationaal Barcelona. De weg naar boven lag helemaal open.
DE DUIVEN
Fond spelen vergt duiven van fondspelers. Die gaat Leon graag in eigen streek zoeken. 2 duivinnen van Nijs brachten hem meteen succes. Leon besloot 3 jaar na elkaar eitjes te halen uit de weduwnaars. Die werden ingeschakeld in de vliegploeg terwijl enkele duivinnen werden voorbehouden voor de kweek. 1 van die eitjes blijkt nu de winnaar van de Gouden Vleugel. Recent kwam er via bons inbreng van Nouwen-Paesen,Harinck-Poelmans en Weytjens Theo
VAN JONG NAAR OUD
De werkwijze om duiven op te leren doet Leon als volgt. Hij koopt zo’n 80 ringen aan voor jonge duiven. Ze moeten allemaal minstens 200 km aan de bak en de iets oudere krijgen snel 300 km voor de kiezen. Daarna gaan ze door de hand en zo werden dit jaar 18 jaarlingen geselecteerd. Voor hen staan enkele halve fond en fondvluchten op het programma. Brive, Limoges en Tulle zijn enkele favoriete vluchten. Steeds fris thuiskomen is de opdracht. Qua selectie is fond spelen dit jaar gemakkelijk. De mand heeft die immers gemaakt. In tegenstelling tot vroeger gaan tweejaarse niet meer naar de internationale vluchten. Zij moeten iets meer geduld hebben. Valence, Montauban, Montélimar en Bergerac staan wel op het programma.
AAN DE ARBEID
Leon is een uitzondering aan het worden in de duivensport. Hij gaat werken. Om 6u30 trekt Leon de deur achter zich dicht. Om 16u30 is hij terug thuis. Dan staat alles in het teken van de duiven. Jongen en weduwnaars moeten nog vliegen, alles moet eten krijgen. De weduwnaars zitten op 2 hokken waar 32 bakken staan. Eten krijgen ze apart, drinken doen ze samen in 1 pot. De duiven die thuisblijven krijgen een ‘onderhoudsmengeling’, duiven die zullen ingekorfd worden krijgen wat extra. Zo houdt hij ze aan het eten. Leon wil graag nog een extra hok dat wat minder vochtig is en waardoor hij apart kan inkorven. Steeds op zoek naar manieren om te verbeteren, al zal dat met een Vleugel op de schouw moeilijk worden.
GOUDEN VLEUGEL
Zoals eerder vermeld is de winnaar van de Gouden Vleugel een eitje uit weduwnaars van Rob Nijs. Hij werd geboren in 2013 en op de traditionele manier opgeleerd. Als jaarling ging hij tot Jarnac. Als tweejaarse is hij zowel op Vierzon, Valence, Montélimar als Bergerac terug te vinden op de uitslag. Dit jaar zou hij stunten. Hij vloog Chalons als voorbereiding om vervolgens op Valence zijn prijs te missen. Dat maakt hij ruimschoots goed met de topprestatie op Barcelona. Nu zal hij zorgen voor het nageslacht. Is het niet bij Leon dan wel bij andere liefhebbers. Wie wil nu geen zo’n duif in zijn kweekhok hebben?
Peter Symaeys